Scherp aan de wind.

Tijdens het zeilen valt het mij altijd op dat andere schepen scherper aan de wind kunnen varen dan ons scheepje Ik haal nog maar net aan 45 graden dan begint het zeil al een beetje te klapperen. Ligt dit nu aan een slechte trim of hebben andere schepen gewoon betere zeilen?

Da’s grappig, ik krijg vaak reacties dat ons bootje zo hoog loopt.
Werk je met tell talels ? Als je erg hoog wilt lopen en je met tell-tales werkt zul je zien dat de fok behoorlijk strak moet staan bij hoog aan de windse rakken. Als de fok onder spanning staat moet ik hem lieren, uit de losse hand lukt alleen als je hem na overstag direct doortrekt. Verder goed letten op het killing-point van het grootzeil (staat natuurlijk ook strak) en dan net iets afvallen zo dat je het killing point niet meer bereikt. Wat belangrijk is is dat je dan niet iedere keer weer terug gaat tot het killing-point. Zo doe ik dat. Bij lastige golven (v/a ca 4 bft op IJsselmeer) val ik overigens liever iets af dan het laatste beetje hoogte te pakken. Dan ben je constant aan het stuiteren en loopt de boot niet lekker. Beetje afvallen en hij gaat een stuk sneller

groet, Ton

Ik heb alleen tell-tales in de fok zitten. Verder heb ik ook de originele zeilen van Clever er op zitten. Hoe strak moet de fok staan? Moet hij echt als een snaar strak staan of mag er ook nog wat bolling in zitten? Kan het ook met het ontbreken van een overloop te maken hebben?
Ook valt het mij op als ik bij weinig wind aan loefzijde ga zitten zodat de boot wat schuiner komt te liggen dat ik dan wel scherper kan varen.
Dit pas ik meestal toe als ik een bocht in een kanaal of sloot net niet kan nemen.

Hoe scherper aan de wind hoe strakker, maar : bij heel weinig wind niet te strak. Als het goed is vertellen de tell tales je alles. Beetje expirimenteren.

Bij grootzeil zoek ik de balans tussen net niet killen van voorkant grootzeil en tell-talles net recht naar achter. Op de Clever wat lastig omdat de zeilen vrij bol zijn (lichtweer gesneden). Meestal dus compromis (licht killen of telltales niet net naar achter)

Ik neem aan dat je bedoelt dat je aan lij (onder de giek) gaat zitten bij licht weer.
Het aan lij zitten is bij (heel) licht weer altijd correct, bij alle koersen. Boot loopt onder licht helling beter, en zeilen pakken sneller vlaag op.

groet, Ton

Overigens, de meeste recreanten gebruiken de overloop verkeerd. (om helling te verminderen). Zelfs in de botenfolders worden de overlopen verkeerd gebruikt.
Wedstrijdzeilers gebruiken hem anders : Het principe van de overloop is dat hij aan loef staat. Bij meer wind mag hij tot het midden geplaatst worden. Bij nog meer wind moet je een ander zeil opzetten (wedstrijdzeilen hebben geen rifs). Het naar lij plaatsen verslechterd het profiel, maar is wel goed als thuiskomer.

zie ook onderstaande link :

http://wsvo.nl/informatie/i01012002f_zeiltrimgrootzeil.html

groet, Ton4ever

Ik gebruik de overloop zo:
bij weinig wind in het midden, vóór de wind aan lij. en pas als je denkt: nu moet ik reven, dan naar loef. Dan moet je wel de schoot wat vieren en de neerhouder van de giek los zetten. De giek komt dan wat hoger te staan. Je krijgt nu meer draaiing in je zeil (twist) waardoor de wind er makkelijker uit waait. Het bovenste gedeelte van het zeil doet nu niet meer effectief mee en je hebt minder druk op het roer. Werkt vooral goed om vlagen af te vangen.
Ook is deze trim aan te raden als er behoorlijke golven staan: je bent dan minder koersvast en dat kan tot gevolg hebben dat je voortdurend met een grootzeil vaart wat niet goed getrimt is. Dit gaat ten kostte van je voorstuwing en je maakt minder voortgang. Door meer twist in je grootzeil te trimmen, is je grootzeil voor meerdere koersen goed getrimd en behoud je voortsuwing.

Groeten, Rob