De biecht

In de Waterkampioen staat elke 2 weken een artikel dat heet de biecht. Hierin vertellen watersporters over fouten die ze gemaakt hebben op het water. Deze week is het de beurt aan Koert van Eerten die met zijn Clever 23 vanuit Muiderzand tegen de wind in op de motor naar Enkhuizen onderweg was. Tijdens de reis nam de wind in sterkte toe tot kracht 6. Er stonden zulke hoge golven dat de ankerkist telkens onder water verdween. Door de hoge golven maakte de boot ook steeds minder voortgang. Het was al half 7 savonds en om 9 uur zou het donker worden. Ook begon de benzinetank aardig leeg te raken. Tijdens het vullen ervan raakte hij de schenktuit kwijt.
Omdat hij het op de motor alleen niet zou halen heeft hij met veel moeite het grootzeil gehezen. Toen het zeil eindelijk omhoog was kwam hij er achter dat hij vergeten was het zeil te reven. Bij een poging om dit alsnog te doen heeft hij zijn duim verstuikt. Uiteindelijk lukte het hem om met veel moeite de boot weer met de kop in de wind te krijgen en het grootzeil weer te laten zakken om even daarna de fok te hijsen. Uiteindelijk heeft hij zijn koers verlegd naar Edam en is al zeilend met volle wind in de rug de haven binnen gestoven en vlak voor de steiger de boot 180 graden gedraaid om de boot af te stoppen en is op de kade gesprongen om een lijn over de bolder heen te gooien.

Ook ik heb wel eens in een hachelijke situatie verkeerd. Het was in julie 2009 op een zaterdagavond. We hadden bijna onze 3 weken vakantie er opzitten en ik moest maandag weer aan het werk.
We lagen al een paar dagen vast in Stavoren. Windkracht 5 a 6 en dat 3 dagen lang. Op die zaterdagavond waren we wezen wandelen langs het IJsselmer en het viel me op dat de wind steeds meer ging liggen. Ook de witte schuimkoppen waren ze goed als verdwenen.
Snel maakte ik een berekening in mijn hoofd. Als we 5 knopen gemiddeld zouden varen dan moesten we volgens mij nog met gemak Urk voor het donker kunnen bereiken. Mijn vrouw strtibbelde eerst wat tegen maar ik wist haar te overtuigen.
Aanvankelijk liep alles voorspoedig. Mijn snelheid van 5 knopen werden ruimschoots overtroffen maar zoals wel vaker in de avonden ging de wind steeds meer liggen zodat onze snelheid onder de 2 knopen daalde. Ook werd het steeds donkerder. Normaal heb je nog wel een beeetje maanlicht. maar het was die avond echt pikkedonker. Daarom de buitenboordmotor maar gestart. We hadden nog nooit eerder in het donker gevaren dus dat maakte het des te moeilijker. Het liep al tegen middernacht toen we Urk naderden. Omdat daar veel onverlichte boeien liggen had ik mijn vrouw opdracht gegeven om op de voorpunt op de uitkijk te gaan zitten. Ik was druk bezig om de ondiepte bij Urk (Het Vormt) te bestuderen op de kaart toen mijn vrouw ineens schreewde “Pas op”. Snel gooide ik het roer om zodat we op een haar na een onverlichte betonning konden ontwijken. De angst zat er nu goed in. Daarom namen we maar het zekere voor het onzekere en gingen we met een zeer ruime boog om het Vormt heen.
Daar waren geen boeien. We gingen er zo ruim omheen dat we haast midden op het IJsselmeer zaten. Nadat de Ketelbrug in zicht kwam durfde ik weer richting Urk te varen. In de verte doemden de rode en groene verlichting bij de haveningang al op. De rest was volgens mij een peuleschil. Ik zou zo tussen de groen en rode lamp doorvaren. In de verte zag ik veel licht in de haven van Urk dus daar zou ik ook niet al veel moeite hebben om een veilig plekje voor de nacht te vinden. Mijn vrouw zat nog steeds voorop toen ik met een redelijke snelheid van 4 a 5 knopen op de haveningang aftufte. Plots klonk er weer een geschreeuw. Ditmaal nog erger. Stop Omkeren. Met volle kracht gooide ik het roer om omdat ik vlak voor de boot allemaal basalt keien op zag doemen. Ik had verzuimd om op de kaart te kijken wel kleur lamp ik ik bakboord of stuurboord moest houden. Oef dat scheelde niet veel.In gedachten zag ik ons bootje al op de basalt keien liggen. Met trillende benen hebben we onze boot later vastgebonden aan de steiger vlak voor de sluis waar het normaal verboden is om aan te leggen. Het was inmiddels al 2 uur. Onze dochter lag al een paar uur te pitten.Toen we eindelijk op bed lagen heeft het nog lang geduurt voor we sliepen. Pas de volgende dag zagen we waar we langs gevaren waren en hoe weinig het had gescheeld.